les accents
In het Frans hebben sommige klinkers een accent. Dit heeft meestal te maken met de uitspraak van de woorden.
accent aigu (')
é - deze klinker spreek je uit als een lange ee zoals in één; dit accent komt alleen op de letter `e' voor.
accent grave (`)
à, è, ù. - Bij è wordt de klinker als de 'e' van 'elf' uitgesproken. Bij de andere klinkers hoor je vaak geen verschil.
Bijvoorbeeld:
é/è: alleen op de ‘e’ kunnen beide accenten voorkomen (niet tegelijk). De richting van het accent maakt een klankverschil.
Een handig ezelsbruggetje hierbij is de klok met 11 uur en 1 uur:
klinkt als elf
klinkt als een
accent circonflexe (^) kan op elke klinker voorkomen.
â, ê, î, ô, û > Deze klinkers worden op dezelfde manier uitgesproken als de letters zonder dit accent. De toevoeging van dit accent heeft ermee te maken dat er in het Oudfrans de letter -s- heeft gestaan, die in de loop van de tijd verdwenen is.
Bijvoorbeeld:
NB het accent circonflexe wordt steeds minder gebruikt en is niet meer verplicht.
Maar in een paar gevallen geeft het accent circonflexe ook een betekenisverschil aan. Daar moet het accent circonflexe wel gebruikt worden.
Bijvoorbeeld:
Attention:
Er is een verschil tussen 'a' en 'à'.
Er is een verschil tussen 'ou' en 'où'.
cédille (ç)
De letter -c- kan een cédille krijgen als er achter de c een a, o of u staat. Dan moet de -c- als een -s- uitgesproken.
Voorbeeld:
æ en œ
Er zijn ook twee letters die in het Nederlands niet voorkomen, de æ en de œ.
Bij het spellen wordt er dan gezegd:
æ = e dans l'a
œ = e dans l'o
Voorbeeld:
Het trema
Het trema staat op de laatste klinker in een groep van twee klinkers. Het geeft aan dat de beide klinkers apart worden uitgesproken.
Voorbeeld: