a été détruit = is vernield
une glacière = een koelbox
un glaçon = een ijsklontje
un iceberg = een ijsberg OF een ijsschots
le besoin = de behoefte

Zie ook de pagina idioom.

Omdat het in het verleden is gebeurd (hier), moet er een voltooide tijd worden gebruikt.
Het werkwoord 'perdre' (verliezen) kan zowel met 'avoir' als met 'être' worden vervoegd, maar heeft dan niet dezelfde betekenis.
j'ai perdu = ik ben verloren (hier: de telefoon)
je suis perdu = ik ben verdwaald
je/tu perds = ik/jij verlies(t)
il/elle perd = hij/zij verliest
le portable = de mobiele telefoon

Zie ook de pagina voltooide tijd.

altijd = toujours
nooit = ne ... jamais
over het weer = de la météo

Zie ook de pagina tout.

voies = rijstroken, banen
'Voie' wordt vaker gebruikt voor 'rijstrook' dan 'bande', dat hetzelfde betekent.
bandeaux = (hoofd)banden
rapports, liens = banden, betrekkingen
Een 'lien' is ook een (web)link.

Zie ook de pagina meervoud regelmatig.