Hoe zeg je: 'Houden jullie even je mond!' ?
(Wij gaan naar het zwembad.)
Nous allons ........ .
la salle de bains = de badkamer
au piscine: niet juist, want het is la piscine
Waarom staat er in deze zin een 't'?
(Hoe gaat het met hem?)
Comment va-t-il?
(Tussen die twee steden bestaat een stedenband.)
Entre ces deux villes, il y a ........ .