Nu Beter Frans - Pagina niet beschikbaar

in samenwerking met

0 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie

Antwoorden van 16-10-2025 (niveau 2)

niveau 1

niveau 2

niveau 3

16 OKT

(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)

De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 16-10-2025 zo ingevuld:

Welke spelling is juist?

réussir

russir

réusir

réusser

réussir = slagen, regelmatig werkwoord eindigend op -ir.

Zie ook de pagina alfabet.

(De sigaretten die hij rookt zijn gevaarlijk.)

Les cigarettes ........ il fume sont dangereuses.

qu'

qui

lesquels

quels

Bij niet-personen is het betrekkelijk voornaamwoord 'qui' wanneer het onderwerp is en 'que' wanneer het lijdend voorwerp is. 'Que' is hier lijdend voorwerp, en verliest de -e omdat het wordt gevolgd door een klinker.

Zie ook de pagina betrekkelijk vnw..

Il y avait une gamelle jaune pour le chat.

Wat betekent het dik gedrukte woord ?

halsband

oormerk

etensbak

Vertaling: 'Er stond een gele etensbak voor de kat'.
Een halsband = un collier.
Een oormerk = une marque oriculaire.

Zie ook de pagina idioom.

Wat betekent deze zin?

Tu as souvent parlé de Nathalie et Cédric.

Je hebt vaak over Nathalie en Cédric gesproken.

Zij heeft vaak over Nathalie en Cédric gesproken.

Jij spreekt vaak met Nathalie en Cédric.

Hij spreekt vaak over Nathalie en Cédric.

tu as parlé = jij hebt gesproken
jij spreekt = tu parles
hij spreekt = il parle
zij heeft gesproken = elle a parlé
parler de = spreken over
parler à/ parler avec = spreken met

Zie ook de pagina idioom.

niveau 1

niveau 2

niveau 3

TOTAALRESULTAAT:

83% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZEN