(Ik houd van chocolade.)
J'aime ........ chocolat.
Het ww aimer (en ook détester, adorer en préférer) wordt altijd gevolgd door een bepaald lidwoord of een bezittelijk voornaamwoord, of door een heel werkwoord (bijv. J'aime nager). Ook na een ontkenning en een woord van hoeveelheid. Wordt dus nooit gevolgd door 'de'.
Voorbeelden:
J'aime beaucoup la glace. (= Ik ben dol op ijs)
Je n'aime pas la glace. (= Ik houd niet van ijs)
Hoe zeg je "Je broer moet het ook weten"?
Ook correct is: Ton frère doit le savoir aussi OF Il le lui faut savoir aussi.
In het Frans wordt een noodzaak vaak uitgedrukt met 'il faut que' gevolgd door een werkwoord in de subjonctif.
Ook geldt hier de regel 'als er een heel werkwoord in de zin staat, moet het persoonlijk voornaamwoord als lijdend of meewerkend voorwerp direct vóór dat hele werkwoord staan'.
Als iemand zegt dat hij gaat 'tuer le ver', dan gaat hij ........
Wat is de juiste spelling van het Franse woord voor 'afkoeling'?