Bij data gebruik je altijd het hoofdtelwoord (3-7-20 etc.). Alleen bij de eerste dag van een maand gebruik je het rangtelwoord 'premier': le premier mai = 1 mei.
à = om. Dit voorzetsel geeft een soort doel aan en kan ook aan, naar of te (bij plaatsnamen) betekenen.
ce = dit de = van se = zich
Hoewel geluk niet in het meervoud te zetten is, wordt in deze ijsjesreclame 'bonheur' in het meervoud gezet omdat je ijsjes natuurlijk wél kunt uitdelen.