Les garçons ........ (hebben zich verstopt) derrière le mur du jardin.
(Hij moet erheen gaan.)
Il faut qu'il y ........ .
Est-il ........ (in staat) de leur répondre correctement ?
Welk woord past hier NIET?
'apte' betekent ook 'geschikt' of 'in staat', maar na 'apte' volgt het voorzetsel 'à'
Ils ont placé ........ (hun spaargeld) en Afrique du sud.