Selon certains experts, le meilleur moyen pour maigrir, c'est courir, faire ........ jogging.
du
des
le
de la
Een sport beoefenen wordt uitgedrukt door het werkwoord 'faire' gevolg door de sport, voorafgegaan door het delend lidwoord du, de la, des. Voorbeeld: faire de la boxe. Met 'jouer' wordt het voorzetsel 'à' gebruikt: jouer au tennis, à la belote (een kaartspel).
Au marché on ........ de plus en plus avec une carte bancaire.
paye en paie zijn beide goed.
paie
paye
Werkwoorden op -ayer kunnen in de 1e, 2e en 3e persoon enkelvoud en in de 3e persoon meervoud van de présent met een -i of met een y worden geschreven (als er daarna in de uitspraak een stomme -e komt).