(Louis bestelt twee glazen witte wijn.)
Louis ........ deux verres de vin blanc.
(Ik veroorloof me jullie een vraag te stellen die me bezighoudt.)
Je me permets de vous poser une dernière question ........ me turlupine.
(Ik moet mijn koffer inpakken.)
Il faut que je fasse ........ .
Il y a du pain sur la planche.
Deze uitdrukking betekent: ........
'Il y a du pain sur la planche' is een uitdrukking die betekent dat er werk ligt te wachten, aan de slag dus!
de broodplank = la planche à pain
snijden = couper/trancher