(Jullie zijn jullie boeken vergeten.)
Vous ........ vos livres.
Chez le coiffeur
(Kunt u mijn haren knippen, alstublieft? Natuurlijk, ik knip ze heel kort voor u?)
- Vous pouvez me couper les cheveux, s’il vous plaît ?
- Bien sûr, ........ très courts ?
(Na zijn haar gewassen te hebben, moet Jérôme het uitspoelen.)
Après s'être lavé les cheveux, Jérôme doit les ........ .
Wat betekent deze zin?
Il y a des cambrioleurs à l’école.