Het persoonlijk voornaamwoord staat altijd voor een vervoegde werkwoordsvorm (persoonsvorm) of voor een heel werkwoord.
Bijvoorbeeld:
Als er meerdere persoonlijke voornaamwoorden in de zin staan, dan is er een vaste volgorde.
- le, la en les staan het dichtst bij het werkwoord.
- lui en leur staan altijd achter le, la, les.
- 'y' en 'en' staan achter de andere voornaamwoorden.
Schematisch wordt het dan zo:
me | le /les | lui | y | en |
te | la/les | leur | ||
se | ||||
nous | ||||
vous |
Bijvoorbeeld: