Het woord 'rôti' had 'rôtit' moeten zijn (heeft wel dezelfde uitspraak).
De betekenissen:
éplucher = schillen
assaisonner = op smaak brengen, kruiden

émincer = fijnhakken
rôtir = braden

griller = grillen

découper = in stukken snijden

rissoler = aanbraden, fruiten

braiser = smoren

confire = confijten, inmaken in suiker/vet

plancher = faire la plancha (grillen op een metalen plaat, een Spaanse methode)

mijoter = sudderen

Zie ook de pagina tegenwoordige tijd.

Bij personen is het betrekkelijk voornaamwoord na een voorzetsel 'qui' (of lequel/laquelle/lesquels/lesquelles, afhankleijk van geslacht en getal).

Zie ook de pagina betrekkelijk vnw..

'Majesté' is altijd vrouwelijk.
Votre Majesté = Uwe Majesteit
Leur Majesté bestaat niet.

Ter gelegenheid van Prinsjesdag zijn Zijne Majesteit Willem-Alexander en zijn echtgenote, koningin Maxima, in een koets naar de Ridderzaal gegaan waar de vorst de Troonrede heeft uitgesproken.

Zie ook de pagina idioom.

Enfourner = in de oven zetten.La four = de oven.
Venir de + infinitif = zojuist iets gedaan hebben.
Aller + heel werkwoord =op het punt staan iets te gaan doen.
Une madeleine = een cakeje. Het is het beroemde cakeje uit 'A la recherche du temps perdu', een romancyclus van Marcel Proust.
Een pruim = une prune -- une mirabelle = een klein soort pruim.
Een koekje = un biscuit OF un petit gâteau.
Un gâteau fourré à la crème = een met room gevulde taart.

Zie ook de pagina werkwoorden.