Cette mesure ........ (zal in werking treden) à la rentrée de cette année.
Demain, après un séjour de deux semaines, Valérie sortira ........ (uit het ziekenhuis).
Ma sœur conduit (beter) que mon frère.
Mijn zus rijdt beter dan mijn broer.
beter (bijvoeglijk naamwoord) = meilleur(e)(s)
beter (bijwoord) = mieux
plus bonne/bien is geen correct Frans
(Iedereen was aanwezig, behalve de koningin.)
Tout le monde était présent, ........ la reine.