attacher = (zeer) hechten aan
‘Madeleine’ vervang je door ‘elle’.
elle est attachée = zij is (zeer) gehecht aan.
Achter ‘attachée' komt een extra ‘e’ omdat het onderwerp ‘elle’ is en het werkwoord wordt vervoegd met ‘être’.
Il / elle attache = hij/zij hecht aan
'attacher' is ook vastbinden: 'attacher un chien'
'es attaché’ kan niet omdat ‘elle’ het onderwerp is en er dus ‘est’ moet staan.
Ils sont attachés = zij zijn gehecht aan

Zie ook de pagina wederkerend werkw..

onze heures et quart = 11.15
Maar 'onze heures quinze' is ook mogelijk maar wordt minder gebruikt door de Fransen.
onze heures moins le quart = kwart voor 11
onze heure moins seize = 16 voor 11
onze heure treize = 11.13

Zie ook de pagina klok.

Charlotte et Thérèse vont à l'école. = Charlotte en Thérèse gaan naar school.
In het Frans worden woorden vaak verbonden (liaison). Dat gebeurt o.a. wanneer het eerste woord op een 'd' of ‘t’ eindigt en het volgende woord met een klinker of stomme h begint. De 't' van 'vont' wordt hier dus geplakt aan 'à'.
WEL verbinding: un grand ami, un petit hôtel (hôtel heeft een stomme h)
GEEN verbinding: un petit restaurant, un grand héros (de h van héros is geen stomme maar een aangeblazen h).

Zie ook de pagina uitspraak.

Het is 'le Canada', en à + le wordt au.
Voor mannelijke landen krijg je à + lidwoord. Bijvoorbeeld: au Canada, aux États- Unis.
Voor vrouwelijke landen krijg je ‘en’. Bijvoorbeeld: en France, en Suisse.
Een vrouwelijk land eindigt altijd op een ‘e’.

Zie ook de pagina voorz. geografisch.