Ik ga niet naar school.

(Hij is aangekomen om 20.00 uur.)
Il ........ à 20.00 heures.
Het werkwoord 'arriver' wordt met 'être' vervoegd.
il arrive = hij komt aan
elle est arrivée = zij is aangekomen; 'arrivée' heeft hier een extra 'é' omdat het onderwerp 'elle' is.
(Dit jaar ben ik jarig op een woensdag.)
Cette année, mon anniversaire c'est ........ .

Het Franse woord voor waarderen is ........ .